Andries de Geus houdt van schimmels, die kunnen bewegen !

Rondom Dordrecht kent nagenoeg iedereen hem als de vroegere groenteboer. De rest van Nederland kent hem vanwege zijn prestaties in de tuigrubrieken: Andries de Geus (63):  Nederlands- en Europees kampioen. Andries is wat je noemt een echte gebruiker van Welsh pony’s: Aken, Göteborg, Waregem, waar is Andries niet met zijn pony’s geweest?

De voordeur van Pia en Andries verraadt al hun passie voor de Welsh. In glas en lood is een afbeelding verwerkt van een fraai ponyhoofdje. Van een schimmel. Daar draait het bij Andries om: om schimmels, die kunnen bewegen. Het is overigens allemaal beslist niet vanzelf gegaan bij Andries. Veel heeft hij op karakter bereikt. Hij was pas 23 jaar oud toen hij werd getroffen door een hersenbloeding. Hij is aan een kant verlamd geweest. Op foto’s laat hij het gevolg van zijn handicap zien; de pony’s lopen scheef met het hoofd.

Dagkampioen.
Theo Barth reed afgelopen seizoen voor Andries, dat ontstond toen Andries eens in Heteren met zijn enkelspan en dubbelspan moest rijden. Met beide aanspanningen stond hij aan kop en voor het dagkampioenschap moest hij met beide in de baan. Andries kan veel maar zichzelf splitsen niet en dus reed Theo met het dubbelspan. Andries verloor uiteindelijk van zijn eigen dubbelspan en zo ontstond de relatie tussen de twee.

Lussen.
Vorig jaar juni kreeg Andries een beroerte en dat beperkt zijn rechterbeen. Hij heeft minder dan 50% kracht in zijn linkerhand. In januari kwam daar overigens ook nog een longembolie bovenop en zo trok Andries weer een jas uit. Zijn motivatie bleef staan als een huis. Een tijdje geleden sprak hij een Hackney-rijder, die met lussen in het leidsel rijdt. Andries probeerde dat ook uit en het werkt. Bij een tuigenmaker laat hij nu een leidsel maken en hij hoopt, dat hij volgend jaar weer mee kan rijden. Een beugel op de wagen zodat zijn benen op de wagen blijven staan is ook aanpassing, die Andries bedacht heeft Ondanks dat het Andries bepaald niet mee gezeten heeft en hij soms dagen heeft, dat het helemaal niet wil, houdt hij moed. Uiteraard hopen we Andries volgend jaar weer op de wagen in de baan te zien!

Hazepad Anneke.
Sinds een paar jaar wordt er bij stal Kaszicht niet meer gefokt. De naam van de stal is afgeleid van de kassen, die rondom het terrein van Andries liggen. Voordat Andries met Welsh pony’s begon, had hij KWPN’ers. Met de opbrengst van de verkoop van die paarden startte hij jaren geleden een groentezaak. Hij vertelt over Wim Valk uit Dubbeldam, die Welsh pony’s had. “Dat was de oude generatie Welsh mannen. Om alle Valkies hier uit elkaar te houden –het was allemaal familie van elkaar- noemden ze hem “kromme Wim, Wim de melkboer, zei je ook wel. Ik vond die pony’s wel leuk maar ik zei: ik zou ze zelf nooit willen hebben. Het was klein. Ik vond ze wel mooi maar ik was altijd mijn grote paarden gewend”. Ondanks zijn drukke werkzaamheden in het bedrijf: werkweken van 100 uur waren niet ongewoon kocht Andries alweer 26 jaar geleden bij Klip in Berkenwoude zijn eerste Welsh A pony: Hazepad Anneke (Rondeels Cerdin x Hazepad’s New Jockey).

Op slag verliefd.
Met Anneke reed voor de wagen maar al vrij snel werd via een tip van Aart Zoet, spangenoot Rondeels Currant -de moeder van Nachtegaal’s Captain- aangekocht. Currant is overigens een paar weken geleden op 28-jarige leeftijd overleden. Toen Andries bij Currant ging kijken stond de pony onderin een kelder. “Het was schitterend daar. Ik zag ‘m staan en (terwijl Andries zijn handen een stukje uit elkaar doet) hij had zo’n borstje. Heel smal van voren. Ik dacht, dat zoek ik helemaal niet”. Toen de pony naar buiten gebracht werd, was Andries gelijk op slag verliefd op de pony! Andries ging dubbelspan rijden omdat enkelspan te gemakkelijk ging, dat had Andries al snel bekeken. Andries houdt van uitdagingen: “Altijd wat nieuws. Ik ben ook altijd een winner geweest. Ik wilde nooit verliezen. Ik heb iedere keer de ambitie om wat nieuws te gaan doen”.

Bewegen.
“Een Welsh pony is voor mij een Welsh pony als die kan bewegen. Dan hoeft hij niet mooi te wezen als hij maar kan bewegen. Ik was een paar jaar geleden in Waregem. Er werd er een kampioen. Als je zegt: zo wil ik ‘m maken dan maak je zo’n pony. Er liep een veulentje bij, die wilde de slager nog niet hebben: zo’n slecht veulentje. Die pony kon niet lopen maar qua exterieur was het een hele mooie. Maar rijden en gebruiken? Wat heb je dan aan zo’n pony?” Andries neemt geen blad voor de mond want hij weet waar hij het over heeft, een gebruiker in hart en nieren.

Fijne kerel !
Zijn schimmelfascinatie is pas gekomen bij de pony’s. Veel meer werk geeft dat: schimmels. Andries lijkt niet te begrijpen, wat daar mee bedoeld wordt want als je schimmels hebt, neem je het extra werk voor lief. Schimmelgekte: “De kinderen van Nachtegaals Captain, die hebben de klik van de moeder: die kunnen allemaal bewegen. Praktisch allemaal. Mijn dubbelspan komt ook weer uit de moeder van Captain. Met Kasper, waar ik mee gereden heb, die heb ik bij Schut in Apeldoorn gekocht, die woont tegenwoordig in Holten. Ook daar zit Captain achter. Marco en Kasper kocht ik allebei bij Schut, twee 3- en 4-jarige broertjes”. Met Kasper reed hij 5 á 6 wedstrijden per jaar. “Er zaten er altijd wel een paar op zondag bij. Zelhem bijvoorbeeld wilde ik voor geen geld missen. Meestal rond de Pinksteren. Zelhem was altijd één van mijn favorieten. De entourage erom heen en Dirk Heusingveld, een oude varkensboer organiseerde dat altijd. Echt net zo’n gekke liefhebber als ik. Erna Wormgoor had altijd het secretariaat. Vroeger hadden we een tuigpony vereniging. Toen ik pas begon, hadden we 18 enkelspannen in een rubriek, dat was gewoon. Het was altijd heel moeilijk want Jan Rougoor kwam uit de streek maar ik heb er nooit moeite meer gehad dat hij won. Die won altijd de thuiswedstrijd en dat gunde je hem. Het was gewoon een fijne kerel!” Vroeger zaten er wel 18 deelnemers in een rubriek. Vandaag de dag ziet een rubriek er heel anders uit: “Iedereen scheidt er mee uit. Ik weet niet wat dat is. Nu heb je een rubriekje van 3 man. Ik ben van de zomer nog een keertje naar België geweest. De nationale keuring en dan zijn er 2 enkelspannen…..”.

Elke dag genieten.
“Een Welsh pony heeft een super karakter. Mijn dubbelspan, waar ik nu nog mee rijd, heb ik vorig jaar later castreren omdat ze af en toe de tent afbraken”. Twee meisjes helpen Andries met de pony’s en mede daarom heeft hij de pony’s laten castreren. Al met al steekt Andries enorm veel tijd in zijn pony’s en geld. Andries daarover: “Ik zeg altijd: ik rook niet. Ik drink niet; ik ga niet naar de kroeg. Ik geniet er elke dag van: 7 dagen in de week”.

Gigantisch.
In de knusse woonkamer van Pia en Andries staat prominent de zilveren zweep. Andries won ‘m al vaker. Zo komt het gesprek erop of Andries last van zenuwen heeft als hij moet rijden: “Dat is gigantisch! Vroeger toen ik paarden fokte, was ik veertien dagen van tevoren al niet aanspreekbaar. Ik heb heel vroeger gekorfbald. Als ik ‘s middags om twee uur moest korfballen dan liep ik ‘s morgens om tien uur al met mijn koffer door het huis heen en durfde niemand wat te zeggen. De wil om te winnen, dat gaat er nooit meer uit. Meestal wordt het minder……..” Nu is Andries’ instelling: “Als ik maar niet laatste word. Ik doe nu echt voor de leut mee”.

Bloedende neus.
Andries vertelt tot slot met een twinkeling in zijn ogen over een anekdote op een concours in Gilzen, vorig jaar. Een buitenlandse jury stond in de ring. Kasper loopt op de rechterhand scheef met zijn hoofd. Op de linkerhand niet. Andries reed na het opstellen voorop en alsof zijn neus bloedde, reed Andries op de linkerhand verder…… Niks aan de hand en Andries won. Naderhand heeft hij zitten genieten omdat hij de situatie letterlijk en figuurlijk naar zijn hand had weten te zetten. 

Plaats een reactie